PH-DKJ

Vandaag schrijf ik een stukje over de persoon achter “Erik de Hacker,” een bijnaam die ik ooit heb gekregen. Dit is een verhaal over het vinden en creëren van kansen en het omgaan met uitdagingen, ongeacht de omstandigheden. Hoewel ik nooit zal pretenderen dat alles maakbaar is (want dat is het niet), wil ik enkele voorbeelden delen waar ik trots op ben, zodat jij misschien ook inspiratie voor jezelf kunt opdoen.

Hoe het begon

Ik kwam in december 1984 ter wereld, drie maanden te vroeg en nét levensvatbaar. Ik kreeg (zeker voor die tijd) de best beschikbare zorg, maar desondanks ben ik geboren met cerebrale parese. Dit kun je aan de buitenkant waarnemen door mijn wat moeilijkere loopje en afwijkende oogstand. Daarnaast is mijn informatieverwerking “voorzien van andere bedrading.”

Zoals alle andere kinderen ging ik naar een reguliere basisschool, maar helaas paste dat helemaal niet bij wat ik toen nodig had. De klassen waren te groot, het tempo te hoog en ik werd niet geaccepteerd door de groep. Daarom mocht ik al vrij snel overstappen naar het speciaal basisonderwijs. Dit bleek een gouden greep: kleine klassen, leren in eigen tempo en al op jonge leeftijd leren dat iedereen wel iets heeft. Deze school werd opgevolgd door een VSO-school, waar ik na een paar jaar mijn passie voor ICT verder kon ontwikkelen en waar ik klaargestoomd werd voor een zo zelfstandig mogelijk leven.

Mijn eigen kompas ontwikkelen

Al snel begreep ik dat veel jongeren zouden uitstromen naar wat toentertijd een sociale werkplaats werd genoemd. Voor een bepaalde groep mensen is dat heel fijn werk, maar dat zag ik mezelf absoluut niet doen. Ik voelde diep van binnen dat er meer in mij zat. Bovendien wilde ik de ICT in! Computers bouwen en repareren, netwerken aanleggen en misschien zelfs een beetje programmeren. Als kind had ik op een oude IBM-computer met een MS-DOS-boek geleerd hoe je een computer instructies kon laten uitvoeren.

Helaas deelden niet iedereen dat toekomstbeeld. Ze zeiden dat het te moeilijk zou zijn, onrealistisch en daarmee niet haalbaar. “Nou, dat zullen we nog wel eens zien!” dacht ik toen. Terugkijkend op die periode heb ik een hele belangrijke les geleerd.

Zeg niet: ik kan niet, maar stel de vraag: hoe kan ik?

Wat ik toen niet wist, maar nu wel, is dat er met het stellen van die vraag iets bijzonders gebeurt in je brein. Het stellen van deze vraag (en andere goede vragen) opent namelijk je bewustzijn om creatief na te denken en oplossingen te zoeken. Het tegenovergestelde is ook waar: als je voortdurend zegt dat je iets niet kunt, bevestig je dat (vaak onbewust) aan jezelf. Wat ik vooral wil benadrukken is dat het de moeite loont om kansen te zoeken, te creëren en met beide handen aan te pakken. Vaak zul je zien dat je succes hebt. Het is daarbij belangrijk om het écht te willen en erin te geloven dat je het kunt. Je moet het niet alleen zeggen, maar ook echt zo voelen.

Het is altijd goed om tips en adviezen van anderen aan te horen en ter harte te nemen. Neem echter niet zomaar alles aan; waar is het advies op gebaseerd? Is iemand daadwerkelijk deskundig op het terrein waar jij advies over zoekt? Daar mag je kritisch op zijn. Wees dankbaar voor goede adviezen en wees niet bang om goedbedoelde maar onbruikbare adviezen naast je neer te leggen. Nogmaals, ik wil niet zeggen dat álles maakbaar is. Wat er niet in zit, kun je er niet uithalen, maar soms is het een kwestie van wat langer zoeken of verschillende opties proberen voordat je weet wat er wél uit te halen valt. En blijkt iets toch niet te kunnen, dan geeft het energie om te zoeken naar wat wel bij je past.

Van VSO naar HBO

Op deze manier ben ik na mijn VSO-tijd via verschillende (om)wegen in de ICT beland, doordat werkgevers mij de kans gaven om mezelf te ontplooien in datgene waar ik goed in ben. De wil om het vak te leren was daarbij belangrijker dan het wel of niet hebben van een diploma. Gelukkig heb ik een vak waarbij dat kan, want dit is niet voor elk beroep mogelijk.

Door praktijkervaring op te doen en de juiste werkomstandigheden kwam ik in de gelegenheid om verschillende aanvullende cursussen te doen. Een volledige HBO-opleiding is het nooit geworden, maar ik heb wel een paar HBO-cursussen gevolgd, precies in die niches waar ik sterk in ben.

En toen werd ik piloot

Een ander voorbeeld uit de praktijk is het behalen van mijn rijbewijs in 2007. Ik wilde dat heel graag, maar velen hadden hun bedenkingen. Na vele goedbedoelde adviezen en bezorgdheden ging er bij mij een knop om: nu is het genoeg met alle goedbedoelde adviezen en zogenaamde deskundigen! Ik wil mijn rijbewijs halen en ik ga stap voor stap bekijken hoe ik daar moet komen. Laat de rijschool en de medische afdeling van het CBR maar bepalen of ik bekwaam ben om te rijden; zij hebben immers de ervaring en kennis om hierover een deskundig oordeel te geven. Met een aangepast lesprogramma, in een aangepaste auto, heb ik in 2008 mijn rijbewijs gehaald na slechts één examen.

Datzelfde heb ik opnieuw gedaan in 2018: ik wilde graag mijn vliegbrevet behalen. Gewoon omdat ik vliegen en kleine lichte (sport)vliegtuigen supergaaf vind. Het was een hele opgave, want het is niet iets wat je er even bij doet. Bovendien is het vrij kostbaar en had ik mijn medische obstakels. Maar ook hier heb ik hetzelfde stappenplan gebruikt. Voor mij werkt het nog steeds:

  1. Deel een groot plan op in kleinere, overzichtelijke stappen.
  2. Win advies en ondersteuning in bij mensen die kennis van zaken hebben.
  3. Ga er stap voor stap doorheen en vraag jezelf telkens af, als het even tegenzit: hoe kan ik?
  4. Belangrijk: handel daadwerkelijk naar je verworven ideeën.

Eind 2020 heb ik mijn eerste solovlucht gemaakt en in april 2021 mijn eerste solo navigatievlucht. In november 2022 heb ik mijn PPL-examen gedaan en in december ‘kreeg’ ik mijn mooiste kerstcadeau aller tijden: mijn vliegbrevet in de brievenbus.

Inspiratie voor mensen om mij heen

Ik laat het echter niet alleen bij deze voorbeelden die betrekking hebben op mezelf. Ik werk als ethisch hacker. Bij mijn oude werkgever begeleidde ik jonge hackers in het ontwikkelen van hun vaardigheden en het ontplooien van datgene waar ze écht goed in zijn. Al deze jongeren hebben een vorm van autisme en/of ADHD. Ook in de begeleiding naar hen toe hanteerde ik precies dezelfde principes: wat wil jij zelf met jouw toekomst? Wat heb je daarvoor nodig? Hoe kan ik je daarbij helpen? Het stimuleren tot het zelf vinden van antwoorden en oplossingen is het meest waardevol, en dat kan echt iedereen. Sommige gaan in grote sprongen, anderen in muizenstapjes, maar vroeg of laat komen ze er bijna allemaal.

Hoe kan ik? Is wat mij betreft de allerbelangrijkste vraag!