Laatst zag ik op televisie een hele interessante documentaire: Panopticon, waarin diverse privacyaspecten werden besproken door het gebruik van sociale media, gratis maildiensten, apps op de smartphone en ook de rol van de overheid die onder het mom van veiligheid en terrorismebestrijding zich een blanco cheque gegeven om steeds meer data op te slaan en nog meer camera’s op te hangen… Het “mooiste” van dat alles vond ik nog wel de grimassen op de gezichten van onze volksvertegenwoordigers waar de irritatie vanaf spatte wanneer er enkele zeer kritische vragen op hen werden afgevuurd.
Niks is wat het lijkt?
Ik heb een tijdje daarover moeten nadenken, want hoe erg kan dat nou eigenlijk zijn? Als ik niks te verbergen heb en geen foute dingen doe? Who Cares?! Het antwoord op die vraag kwam van een man voor wie ik door de jaren heen behoorlijk wat sympathie heb gekregen: Alex Brenninkmeijer, onze voormalig nationale ombudsman. Ik kan het niet letterlijk citeren, maar het kwam hierop neer: Het probleem wat kan ontstaan door dit alles, is dat burgers in de problemen kunnen komen door hetgeen zij doen ongewenst of zelfs crimineel kan lijken terwijl dit helemaal niet aan de orde is! Of zoals ze het in Panopticon zeiden: het komt nog een keer zover dat we ondervraagd gaan worden, nog voordat er iets gebeurd is. Minority Report. Wij moeten dan maar zien hoe we onze onschuld aantonen.
Big Brother
Telkens weer wanneer dergelijke privacy onderwerpen gesprekstof zijn in de media worden we gewaarschuwd voor Big Brother, laat het zover niet komen! Maar de onsympathieke waarheid is: Big Brother IS er al, en die zal ook niet meer verdwijnen. Denk maar aan de diverse, zeer schrijnende voorvallen met onrechtmatig toegepaste AI-modellen door onze overheid. Privacy is daarmee tegenwoordig niet meer dan een illusie. George Orwell was met zijn boek 1984 zijn tijd al behoorlijk ver vooruit. Oké, zover als hij het beschreef zijn we (denk ik) nog niet, maar met zeer kleine stapjes neigt het wel steeds meer die kant uit te gaan. Nogmaals, denk maar aan alle ontwikkelingen rondom AI.
Waar ben je met je aandacht?
Dan weer even terugkomen op de gevolgen van de digitalisering, want los van de privacyaspecten gebeurt er ook nog iets heel anders: het zet de sociale cohesie tussen de mensen ernstig onder druk. Iedereen kent wel van die voorbeelden, je zit in een goed gesprek en de gesprekspartner(s) heeft/hebben meer aandacht voor hun smartphone en alles wat zich daar afspeelt dan voor hetgeen er besproken wordt. Het is paradoxaal: in een wereld waarin we zo verbonden kunnen zijn, zijn nog nooit zoveel mensen eenzaam en ongelukkig geweest. We verdwijnen achter onze schermen, en worden daarmee letterlijk afgeschermd.
Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld de vele oordopjes en koptelefoons van smartphones. Veel mensen leven voor een groot deel “in” de digitale wereld en raken daarmee de binding met de “echte maatschappij” behoorlijk kwijt. Een vriend van mij die dagelijks lange wandelingen maakt met zijn Duitse herders merkt dat nog wel het meest. Mensen op straat zijn sacherijnig, en als je er contact mee probeert te maken krijg je blikken van argwaan teruggeworpen.
Digitale overheid
Een ander voorbeeld waar ik zelf een paar jaar geleden mee te maken heb gehad, laat dit op veel grotere schaal zien. Vanwege nogal wat persoonlijke omstandigheden ben ik al van jongs af aan bekend bij de nodige instanties die ons kleine landje rijk is. De gevolgen van digitalisering zijn ook hier steeds beter merkbaar. Formulieren gaan digitaal, het cliëntencontact gaat digitaal, beoordelingen gaan digitaal, en iemand spreken via de telefoon wordt steeds lastiger. Hooguit krijg je een telefoniste aan de telefoon die je lang niet overal antwoord op kan geven omdat hij/zij je persoonlijke omstandigheden niet kent. Een terugbelverzoek met de juiste medewerker? Dat gaat vaak met veel pijn en moeite.
Ooit waren er zelfs plannen in de maak om alle vormen van persoonlijk contact op te doeken. Geen telefoonnummers meer, geen loketten meer, enkel nog DigiD en mail. De mensen die worden aangesteld om zaken te beoordelen zitten dan nog in ondoordringbare gebouwen waar je met geen mogelijkheid contact meer kan krijgen. Gelukkig is de politiek daar enigszins op teruggekomen en hopelijk blijft dat zo.
Dit moeten we echt niet willen. De menselijke maat, redelijkheid en billijkheid, persoonlijke omstandigheden, het zijn allemaal fijngevoelige en menselijke aspecten welke door geen enkel computersysteem gepakt en begrepen kunnen worden. Ook niet met AI! We kunnen (godzijdank) dat soort zaken niet digitaliseren en standaard maken. Wij mensen zijn nu eenmaal geen robots, en robots zijn nog altijd niet slimmer dan datgene wat mensen erin programmeren.
De menselijke maat is niet digitaal
Ik zal hiervan tot slot nog een persoonlijk voorbeeld geven. Ik heb eens online een sollicitatie gedaan welke ook volledig digitaal verliep, dus zonder menselijk contact. Een onderdeel van de voorselectie was het invullen van een online vragenlijst zodat het bedrijf in kwestie een inschatting kon maken of ik al dan niet geschikt was om bij hen aan het werk te gaan. De vragenlijst duurde 45 minuten, en er kwamen de vreemdste vragen op mij af. Ik had op den duur echt zoiets van, Ja Hallo! Ik solliciteer gewoon bij een winkel, niet bij de AIVD!
Ik was nog geen minuut klaar met de vragenlijst, of ik kreeg een mail in de mailbox. Er was zorgvuldig naar mijn sollicitatie gekeken en men had besloten niet met mij verder te gaan. Toen knapte er iets in mij! Hoe kan hier in vredesnaam zorgvuldig naar gekeken zijn, als men al direct na het voltooien van die lijst zijn conclusies heeft getrokken? Daarom besloot ik maar eens even met de afdeling werving en selectie te bellen. Wat blijkt, puur op basis van de score die ik behaald heb op basis van de antwoorden (hoe snel ik reageerde, hoe ik reageerde, en zelfs waarop ik niet reageerde) werden er niet mis te verstane conclusies getrokken over mij als persoon, volledig misplaatst! Hoe dat kan? Er kwam geen menselijke interactie aan te pas. Ik vind het erg onbeschoft.
Begrijp mij niet verkeerd, ik heb niets tegen digitale hulpmiddelen, maar laten we er in vredesnaam voor zorgen dat we er wat zorgvuldiger mee omgaan zodat het voor ons werkt, en niet tegen ons gebruikt gaat worden. Daar zijn helaas ook al legio voorbeeld van als het gaat om ‘fraudedetectie’ bij de overheid. Noem mij ouderwets (of niet) maar laten we ook vooral niet vergeten dat er buiten de digitale wereld nog veel meer is: de menselijke wereld waar het allemaal ooit begon (en ook weer eindigt) voordat we überhaupt computers hadden.
Dit blog heb ik oorspronkelijk geschreven in 2014. Naar mijn mening is de inhoud in 2024 nog steeds relevant. Daarom heb ik hem in licht aangepaste vorm hier online gezet.